Ik geef onmiddelijk toe dat er niets gaat boven een goed uitgespeelde aanval. Een aanval over meerdere posities, waarin alle individuele acties lukken, alle tikjes en passes goed aankomen en waarbij vervolgens, door een bijvoorbeeld een goed geplaatst schot in de kruising of een leip hakje met de rug naar de keeper, een doelpunt de kroon op het werk is. Smullen. Maar hoe vaak gaat het nou echt zo? Ik zal nooit vergeten hoe jaren geleden een prachtig uitgespeelde aanval over een groot aantal schijven van Barça – erkende meesters in tactiek, techniek en spelopbouw – als het toppunt van schoonheid elke serieuze krant haalde, letterlijk tot in detail uitgetekend. Met een armoedig understatement heet het tegenwoordig meen ik ‘tikkie-takkie voetbal’. Maar dat zo’n aanval wordt uitgetekend in de krant zegt eigenlijk al genoeg en  geeft aan dat het – zelfs bij Barça – niet vaak voor komt. 

En begrijp me niet verkeerd, ik zie vaak goede en slimme individuele acties, dromen van cross passes, subtiele één-tweetjes, prachtige voorzetten vanaf de vleugels en met een timmermansoog geplaatste schoten uit de tweede lijn. Maar een aanval die vanaf de eigen helft slim, zuiver en zonder onderbreking leidt tot een doelpunt, blijft een zeldzaamheid. Meestal zit er ergens wel een voetje van de tegenstander tussen, spelen de elementen op of geeft bijvoorbeeld een graspol of rubberkorrel een geheel eigen draai aan de bal. Hoe dan ook, een goed team weet dit en is in staat om met deze belangrijke factor van het spel –  toeval – om te gaan. Daarvoor is creativiteit, flexibiliteit en opportunisme nodig. Slim voetbal zeg maar. En om slim te kunnen voetballen moet je de kop erbij hebben. En om de kop erbij te hebben, moet je niet gehinderd worden door je lichaam. En om niet gehinderd te worden door je lichaam, moet je een conditie hebben als een beer, hoewel beren van nature niet zo heel erg goed kunnen voetballen. Maar ik hoop dat ik mijn punt duidelijk heb gemaakt.

Dat brengt mij bij de wedstrijd van zaterdag tussen Noordseschut A1 en MSC A1. In de eerste helft zien we een goed en slim spelend MSC,  dat goed combineert en dat heer en meester is op het middenveld. Gevaarlijke aanvallen over de vleugels met mooie voorzetten, zowel op kophoogte als over de grond. De gaten in de defensie van Noordseschut worden feilloos gevonden. Er wordt goed geanticipeerd. Fouten en toeval worden slim opgevangen. De ‘tweede bal’ is meestal voor MSC. En de spaarzame keren dat Noordseschut over de middellijn komt, wordt er goed ‘doorgedekt’. Dat resulteert in een comfortabele ruststand van 0-3. De vaak zo gevaarlijke en gevreesde tegenstander is door MSC A1 slim en simpel overklast.  De tweede helft is echter van een geheel andere orde. Vanaf het begin zit er vermoeidheid in het spel. Dit leidt regelmatig tot kluitjesvoetbal, slordige passing,  balverlies, onnodige fouten die ook niet meer hersteld worden en uitendelijk tot een knullig tegendoelpunt. Bij de meeste MSC-ers moet het hoofd het lichaam op de been houden in plaats van omgekeerd. Gelukkig begint het ook bij de beren van Noordseschut – wat geven ze die jongens daar te eten? – na enige tijd te kraken.  En nadat de coach vanaf de zijlijn de mannen van MSC weer herhaaldelijk tot simpel voetbal heeft gemaand, gaat het weer beter. Deze coach weet dat wanneer het niet meer slim kan, simpel voetbal de oplossing is. De factor toeval wordt zo kleiner en er wordt dus minder beroep gedaan op het vermoeide hoofd waardoor de wedstrijd wederom kantelt. MSC wint zo uiteindelijk met 1-5 van Noordseschut. Een prachtig resultaat van een team, dat het in zich heeft om zowel slim als simpel te spelen en dus ver te komen.

Maar wel aan die conditie blijven werken mannen, want simpel is vaak slimmer, maar niet altijd leuker.

Noordseschut A1 – MSC A1: 1 – 5.

FMD