Spelers, bestuurders van MSC en klasgenoten staan aan weerszijden opgesteld als Daan wordt weggedragen. Iedereen krijgt een witte ballon uitgereikt. In diepe stilte geeft locatiedirecteur Bert Smid het sein om de witte ballonnen prijs te geven aan de lucht.

Het is een indrukwekkend afscheid aan een jongen van wie zijn ouders, broertje, grootouders, andere familie en zijn vele, vele vrienden, klas- en schoolgenoten en medespelers maar 15 jaar, 5 maanden en 6 dagen van hem hebben mogen genieten. Waarschijnlijk voor het eerst in de lange en rijke historie van de middelbare school aan het Zuideinde vindt een uitvaart in de aula plaats. De afscheidsdienst begint om twee uur, maar om half twee is er al geen zitplaats onbezet. Op het toneel van de aula staat de zwarte kist met Daan en er bovenop bloemen en het logo van zijn voetbalclub MSC. Een grote foto met de innemende lach van die sportieve jongen, zijn stralende lach met zijn hemelsblauwe ogen en zijn haar dat altijd goed zat. Hij kijkt ontwapenend naar de vele honderden aanwezigen. Daan is onder zijn vrienden. Zijn shirt met zijn nummer 2 met de handtekeningen van zijn medespelers staat naast de kist. Op een tv-scherm verspringen de foto’s van een jong, veelbelovend en dynamisch leven. Zijn zes beste vrienden hebben zich in een wit T-shirt gestoken. Wit als teken van de onschuld. MSC-voorzitter Henk Veenema zegt het indringend: de jonge vrienden van Daan die hem voor hun ogen zagen overlijden, zijn in korte tijd van stoere pubers doorgegroeid naar volwassenheid.

Leerlingen, begeleid door hun leraren gaan in een gestage stroom de karakteristieke trap op. Daar komen op de avond van de diploma-uitreiking de geslaagden als gelauwerde vedetten vanaf. Een walk of fame naar de toekomst. Die trap zal Daan nooit meer afkomen. Dat besef zit in de vele betraande ogen. Zwijgzaam staren scholieren die rijen dik op de galerij staan naar beneden, naar dat roerloze toneel, naar de stilte in de aula. Ze zijn in de letterlijke zin van het woord ontdaan. Een beklemmender betekenis heeft dat woord nooit eerder gehad.
Tot uitvaarbegeleider Annerie Kremer het woord neemt draait Bertus Roofhof de muziek van Daan. Kyteman komt langs en hij blaast uit zijn trompet akkoorden van verdriet.
Annerie Kremer schetst namens zijn vader Jan en moeder Ronnette het leven van Daan. Zijn trouwe vrienden en zijn medespelers portretteren hem met, ieder voor zich, bijzondere karaktereigenschappen die voor hen voortleven. Hij was degene die nooit ruzie maakte. De opsomming klinkt als een gedicht. Hij was degene die voor zijn mening uitkwam, die voor zijn vrienden opkwam, die als cement van de groep vrienden bijeenbracht. Hij was degene met die ene speciale lach, die met iedereen vriend was en van wie alle mensen hielden. ‘Hij was onze lieve Daan.’

Een sociale jongen die als hij de klas verliet groette en die geweldige cijfers haalde, vertelt zijn mentor en docent Frans Richard Raven die op het moment van zijn overlijden vlak bij hem in de buurt bij FC Meppel trainde. ‘Toujours dans nos coeurs.’
Daan had de zoete smaak van verliefdheid ervaren. Twee vriendinnen geven met zachte stemmen aan hoe fijn ze het met hun maatje hadden. ‘Bij hem kon je jezelf zijn.’ Ze hebben beiden deze week geleerd dat je moet genieten van de dingen van het leven, van de dingen die je doet, want je beseft hoe kort het leven kan zijn.’
Dan breekt het moment aan waarop de op het podium klaarstaande gitaar en piano worden gebruikt. Ashmini Mangroelal durft het aan om een prachtig afscheidlied te zingen. Kippenvel trekt op. Star in Heaven van Anouk met gitaarbegeleiding van David Wijnhoud en Sigrid Vinke op piano. De tekst die Ashmini met haar zuivere stem in de aula uitstrooit, sluit aan bij de tekst op de rouwkaart: Dan weet je dat ik ergens ben, dan ben ik alsnog in de lucht als sterrenstof. 
 
bron: www.meppelercourant.nl / Ton Henzen