Met man en macht werd geprobeerd de bal richting de keeper van Kraggenburg te krijgen, maar ons C2 kreeg deze slechts eenmaal over de doellijn. Kraggenburg C1 kieperde vier maal het leer langs de keeper van de MSC’ers. Dit was een match die niet geheel verliep zoals deze van de voren op papier bedacht was. Daar kwam nog bij dat de grensrechter het gevoel had met spek en bonen mee te doen. Wanneer er volgens hem sprake was van buitenspel, negeerde de scheidsrechter hem volkomen. Dit gebeurde zelfs meerdere malen, waardoor ‘de grens’ zich genoodzaakt voelde de handdoek in de ring te gooien (lees: de vlag in het veld te werpen).

De baas in dit gebeuren, uitgerust met fluit en gekleurde kaartjes, had een totaal andere mening betreffende het fenomeen ‘buitenspel’. Voetbalkundigen van FC Meppel waren van mening dat de vlagger gelijk had, vrouwelijke supporters (ze bestaan sinds Beckham zich ontpopte als Metroman) van Kraggenburg vonden weer van niet. Wie had er gelijk in deze kwestie? Wanneer heffen spelers ‘buitenspel’ op en in welke situatie gebeurt dit? De emoties liepen hoog op; zelfs de coach van ons C2 had zijn gevoelens niet helemaal onder controle.

Toen de derde helft van start ging en de gemoederen een beetje tot rust waren gekomen, kwam iedereen tot het besef dat deze wedstrijd afgelopen was. En dat de blik naar voren gericht moet zijn en dat er gewerkt moet worden aan het duidelijk buitenspel zetten van de tegenstander, op een manier welke opgemerkt zal worden door de man met de fluit. Dat zal dus flink oefenen worden op onder meer de buitenspelval.

 

RW