MSC F2 concentreerde zich op consolidatie van de verdienstelijke tweede positie. Het daarvoor benodigde gelijkspel tegen Alcides F2 werd in de openingswedstrijd met moeite uit het vuur gesleept. De Zwartsluizigers moedigden Alcides luidruchtig aan, maar MSC maakte fortuinlijk 1-1 door een eigen doelpunt van de geelzwarten. Het kampioensfeest van DESZ moest nog even worden uitgesteld. Het zwakkere Staphorst F2 zou ongetwijfeld worden opgerold. DESZ was ook duidelijk sterker, bleef drukken, maar … scoorde niet: 0-0. Geen paniek. De voorspong op MSC bleef 5 punten met nog twee wedstrijden voor de boeg. Direct daarna leed hoofdklasser(!) Rouveen F1 zijn derde nederlaag op rij tegen MSC F2. Voor de derde maal met één doelpunt verschil. Nog steeds dacht niemand in het Meppeler kamp aan een eerste plaats. Tot het moment waarop duidelijk werd dat FC Meppel deze zaterdag geheel verstek zou laten gaan. De rekenmeesters pakten hun calculators en becijferden dat er mogelijk toch nog kansen lagen voor MSC. Toen de allesbeslissende slotwedstrijd tussen MSC en DESZ van start ging, waren de anders zo fanatieke Sluziger vaders en moeders voor het eerst in drie maanden stil. De bloemen lieten hun kopjes al een beetje hangen en de bekers schitterden minder dan een uur daarvoor. De beide teams hielden elkaar in evenwicht en DESZ leek daarmee tevreden. MSC had het beste voor het laatst bewaard. In de laatste minuten van de competitie wisten de mannen elkaar perfect te vinden. De kansen volgden elkaar op en het onvermijdelijke gebeurde: MSC scoorde! Euforie aan Meppeler kant en desillusie bij de tegenstander. Al tijdens het laatste fluitsignaal barsten de discussies los. Wie was er kampioen? DESZ met 33 punten uit 14 wedstrijden, of MSC met 34 uit 15? Treurende DESZ aanhangers en weggegooide kampioensboeketten namens de laatste vraagtekens weg. MSC, het team met de meeste punten was winnaar! Voor deze fantastische prestatie in een ijzersterke poule tekenden: Thomas van Ingen, Djermo Moes, Senna de Bruin, Levy Bartels, Gerson van der Grijn, Rutger Hogenkamp en Levay Klooster.