Oud FC Zwolle voorzitter dr. Gaston Sporre heeft donderdagavond op uitnodiging van de sponsorcommissie van MSC-Datell in Het Koetshuus een warm pleidooi gehouden voor samenwerking tussen de drie Meppeler voetbalverenigingen. ‘Als je grote bedrijven wilt interesseren voor sponsoring maak je samen meer kans dan in je eentje. Alleen wanneer je de burgemeester zo gek krijgt dat hij het voorwerk doet maak je in dat laatste geval een kansje’.
Nadat MSC voorzitter Nico Krist de genodigden hartelijk welkom had geheten en bekend maakte binnenkort de naam van de nieuwe shirtsponsor prijs te geven, nam Sporre de microfoon over. Sporre, oud-directievoorzitter van het Groen Land, legde uit hoe hij in 1990 het voetbalmetier betrad en hoe hij zich had laten verleiden tot het voorzitterschap van PEC Zwolle. ‘Men zei dat het voor drie maanden was, het werden er negen of tien’. Sporre, die dit jaar zestig wordt en tegenwoordig lid is van de centrale directie van Achmea Zorg, beleefde roerige tijden aan de Ceintuurbaan. De ondergang van PEC en de opkomst van FC Zwolle maakte hij als voorzitter van zeer nabij mee. De invloed van sponsors in het voetbal kreeg van Sporre ruim aandacht in zijn betoog. Met vaak een cynische ondertoon strooide Sporre daarbij kwistig met anekdotes over spelers, trainers en sponsors. Zo was er eens een groepje ondernemers die in de rust van een wedstrijd bij hem kwamen. ‘Ze vroegen of ze de kleedkamer in mochten omdat ze splinternieuwe televisies aan de spelers wilden aanbieden. Ze hoopten dat ze daardoor beter gingen spelen’. Sporre, die een streepje voor heeft bij de machtige Johan Derksen, hoofdredacteur van Voetbal International, stak er een stokje voor. ‘Want, ‘zei Sporre, ‘voetballers gaan echt niet beter voetballen als je ze meer geld geeft’. Over geld gesproken: Sporre gunde de MSC sponsoren ook een kijkje in eigen keuken. De transfers van onder andere Jaap Stam, Henri van der Vegte en Bert Konterman werden door Sporre nog eens voor het voetlicht gehaald. Bij het noemen van de bedragen die bij deze transfers gemoeid waren viel er een spoortje trots te ontdekken in het gelaat van Sporre. En terecht, want mede dankzij dergelijke transfers zag FC Zwolle zijn toekomst gewaarborgd.
‘We hadden toen inkomsten tot de kerst maar uitgaven tot de zomer’. Vanzelfsprekend liet de oud-voorzitter ook zijn licht schijnen op de ontwikkeling van het hedendaagse voetbal waarbij hij menigmaal de parallel probeerde te trekken tussen het profmetier en de amateurs. ‘Wij waren verantwoordelijk voor zo’n zestig voetballers. Jullie voor het veelvoudige daarvan. Voor ons was het daardoor overzichtelijker’. Een eventuele fusie tussen de drie Meppeler voetbalclubs ziet Sporre derhalve niet zitten ook al moet een plaats als Meppel een hoofdklasser hebben. ‘Maar zie je de secretaris van zo’n fusieclub al voor je. Ongeveer achttienhonderd leden en dat moet hij op z’n vrije zaterdag allemaal doen. Zo’n grote club vereist een hele andere structuur en daarbij krijg je ook nog eens te maken met sentimenten’. Wel adviseerde Sporre de Meppeler clubs om in hun speurtocht naar financiële bronnen de handen ineen te slaan. ‘Grote bedrijven hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Ze zullen daarom wellicht bereid zijn om bijvoorbeeld geld te steken in de jeugdopleidingen van de clubs. Kom je echter in je eentje dan maak je weinig kans’.

(tekst: www.meppelercourant.nl)