Danny Pol is elftalmanager van MSC 1. In een ver verleden trapte hij in de jeugd bij wit-zwart zelf nog wel eens tegen een balletje. Na een uitstap naar het hockeyveld is hij terug op sportpark Ezinge. Eén keer in de twee weken zal hij een column schrijven op de internetsite van MSC.
Wennen
Ruim een half jaar geleden verruilde ik de stok voor de grote bal. Dus geen shoot meer, maar hands, geen kunstgras maar natuurgras, en geen strafcorner maar vrije trap. Ik kan nog een paar verschillen opdreunen, (nee, er wordt niet méér bier gedronken door hockeyers, wel vaker) maar ik wil er één uitlichten die mij het meest verbaasd heeft.
Misschien ligt het aan mij. Moet ik er nog aan wennen terwijl ik dat eigenlijk niet wil. Zodra het witte monster zich weer een weg door het verse gras vreet, schuiven de Hugo Borsten en Johan Derksens van de club, de eerste ‘analyses’ over de tafel. En ze bedienen zich daarbij, analoog aan hun grote voorbeeld, soms van het fijnst geslepen fileermes. De hockeyer volgt zijn club kritisch maar blijft positief.
Het stelt mij teleur. Noem mij maar naïef. Ik vind kritiek prima, maar dan wel gefundeerd. Slinger niet zomaar wat populaire kreten de lucht in die je de avond ervoor uit de mond van Borst of Derksen hebt horen rollen. Zonder dat je het weet kweek je er een stemming mee die ook de spelers en trainers bereikt. Want ook bij MSC lopen papagaaien rond.
Voor de wedstrijd tegen Alcides om de Meppel Cup kwam een van de spelers naar mij toe. ‘Sommige supporters zien het somber in hé,’ vroeg hij aan mij. Ik antwoordde met een wedervraag. ‘Vind je dat erg?’ Even viel er een stilte. De speler groef in zijn herinnering en zei: ‘Ja, want dat ben ik niet gewend.’ Misschien moet hij gaan hockeyen….
Danny
Geef een reactie