Op een zaterdag in februari de wedstrijd PEC D1 tegen Heerenveen D1. De wedstrijd werd gespeeld in het mooie PEC-stadion. Het aantal toeschouwers op de tribune was ongeveer even groot als op een zondag bij ons eerste langs de lijn staat. De kantine was leeg, behoudens 2 mannen met bardienst: “Normaal zijn er meer supporters bij jeugdwedstrijden, maar de vaste kern is al op weg naar Den Haag voor de wedstrijd ADO tegen PEC.”

Bij de warming up worden aan beide kanten na het gezamenlijk warm lopen al partijspelletjes gedaan om de spelertjes voor te bereiden op een goed begin van de wedstrijd: meteen er volop en geconcentreerd tegen aan.

En dat zie je ook meteen: het hele veld wordt gebruikt, ook in de breedte, de speler aan de bal kan voortdurend kiezen uit 3 of meer afspeelopties, voortdurend wordt de vrije ruimte gezocht, de bal gaat van voet naar voet, er wordt snelheid gemaakt met bal en bijna niet door loopacties met de bal aan de voet, de buitenspelers vormen een uitzondering, zij zoeken met bal hun tegenstander nog wel eens op.

Opvallend is dat het spel zo open oogt, door een goede traptechniek zijn ook deze spelertjes al in staat om de bal over een behoorlijke afstand naar een vrijstaande medespeler te transporteren. Een speler die de bal aangespeeld krijgt, kan de bal meteen weer kwijt aan meerdere duidelijk vrijlopende medespelers. Hij hoeft nooit bang te zijn dat hij de bal niet kwijt kan en kan zich dus volledig concentreren op het aannemen van de bal. Hij heeft een luxe probleem: wie zal ik de bal toespelen? Het spelinzicht kan hierdoor groeien, hij wordt gedwongen om keuzes te maken. De spelers zonder bal zijn heel duidelijk in hun bedoelingen door hun loopacties en de speler met bal kan daardoor een betere zelfverzekerde pass geven.

Een goede techniek maakt dit alles mogelijk. Dat komt niet alleen door goede trainingen bij de D-jeugd, maar ook door een goede voorbereiding – goede trainingen – bij de F-jeugd en de E-jeugd.

In Zwolle werd het uiteindelijk 0 – 4 en terecht. De ‘Friezen’ namen de bal steeds aan met het gezicht naar het vijandelijke doel, de balcirculatie was sneller en beter verzorgd, ze oogden fitter, maar handelden vooral met meer zelfvertrouwen. Twee spelertjes namen de vrije trappen, een dichtbij het vijandelijke doel en een voor wat verder af, dikwijls werd de lat geraakt, een teken dat ze daar gericht op oefenen: in de D’s zijn de keepers nog niet zo lang.

De ‘blauwvingers’ hadden duidelijk meer circulatieproblemen door de goede mandekking van de Friezen. Ze werden vaak gedwongen om de bal aan te nemen met de rug naar het vijandelijke doel, soms met een verrassend vervolg, maar heel vaak was de snelheid weer uit de aanval.

Twee oud spelertjes uit de E-jeugd van MSC vielen in de tweede helft in. Levay Klooster op de linkshalf positie en Luca Broers op de rechtsbuiten positie. Ze deden het uitstekend, het is alleen al een mooi gezicht om te zien hoe professioneel deze jongelui zich warm lopen voor het invallen. Ze trainen 4 keer in de week, op maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag. Zij zouden in onze D’s en ook in onze C’s een belangrijke rol kunnen spelen.

Conclusie: onze D’s doen het naar verhouding redelijk goed. Je kunt zien dat de spelers van ons huidige D1-team in de E-jeugd en F-jeugd en natuurlijk op dit moment technisch goed zijn begeleid. Het oogt allemaal wat minder vloeiend, de balcirculatie kan sneller, spelers kunnen de bal vaker niet kwijt en/of houden de bal te graag aan de voet, de passing is duidelijk minder.

Maar wat wil je ook, qua trainingen staat het meteen al 4 – 2. Zeer binnenkort 4 – 3 als spelertjes zich opgeven voor de voetbalacademie.

Toch begint het te jeuken, het moet op den duur gaan lukken. Meer spelers uit de eigen opleiding in de hoofdmachten van MSC.