Da’s mooi te horen en vooral voor de jongens die het team vertegenwoordigen. Het is altijd moeilijk in te schatten hoe het team er kwalitatief voor staat, maar in het geval van B1 kunnen we stellen dat dit gezelschap met vertrouwen de competitie tegemoet kan zien. Meespelen voor de prijzen is het doel en dan maar meteen vanaf het begin. Ambitieus, maar ook wel realistisch. Na een teleurstellend seizoen wat resulteerde in degradatie uit de hoofdklasse, is B1 het pre-seizoen gestart met een klinkende overwinning in de Meppel Cup. 3 wedstrijden en 3 overwinningen. 

MSC B1 zal komend seizoen dus uitkomen in de 1e klasse en zal met een redelijk jong team de strijd moeten aanbinden met de concurrentie. De voorlopige selectie bestaat uit maar 4 spelers die ook vorig jaar in B1 voetbalden (Tim Veenema, Tim Koldenhof, Albert Jan Steendam en Sven Lefferts), vanuit het B2 van vorig seizoen zijn 3 spelers toegevoegd (Roy Knipmeyer, Steven Stegeman en Erik Holterman) en vanuit de C’s zijn 8 spelers toegevoegd (Ewout Knol, Jesse Koch, Jille Ganzinga, Rein Schaafsma, Chris Elpenhof, Robert Padding,  Nils Daams en Yannick Jol). Totaal zes 2e jaars en negen 1e jaars.      

Hoe de definitieve selectie eruit zal zien en welke spelers op een basisplaats kunnen rekenen zal binnenkort bekend gemaakt worden. Wel al is de technische staf compleet.

Om de vergelijking met de muziek maar even door te trekken kan in ieder geval gesteld worden dat het ensemble in gezamenlijkheid een prima orkest vormt.De muziek die ze spelen klinkt af en toe zeer behoorlijk (vooral voor de wedstrijd in de kleedkamer) en soms is er een valse noot te horen.

Het tempo wat gespeeld wordt is soms prestissimo (voor de niet muziekkenners: erg snel). De spelers van B1 zelf spreken liever over zo’n 200 beats per minute; bpm.

In ieder geval kunnen we het eens zijn met de voetbalkenners: d’r zit inderdaad muziek in.

Met regelmaat zullen we alle MSC-ers op de hoogte stellen van de ontwikkelingen en vorderingen van B1. Daar tegenover staat dat we veel publiek verwachten.
 
Harry Lefferts