Van een verantwoorde trainingsopbouw is allang geen sprake meer. Het is constant improviseren. Terwijl je op de trainingscursus in Zeist wordt doodgegooid met trainingsschema’s, periodiseren, hersteltijden en principes van herhalen en verzwaren. Wordt er in datzelfde Zeist doodleuk besloten dat je na een week improviserend trainen wel verplicht wordt om de wedstrijd te allen tijde door te laten gaan en dat je uit moet wijken naar kunstgras. Hoezo vragen om blessures en competitievervalsing?
Spelers worden niet beter van dan weer zaal, dan strand en dan kunstgras. Door de wisseling van ondergrond krijgen vooral de spelers spierproblemen. Clubs met kunstgras op het hoofdveld hebben voordeel. Zij trainen er de hele week op en zijn gewend aan de ondergrond en omstandigheden. Er zijn nl. verschillende gradaties kunstgras dus als uitspelende club weet je nooit of dat je op een kunstgrasveld terecht komt wat al tien jaar 24 uur per dag wordt bespeeld, of dat je mag spelen op zg. wedstrijdkunstgras wat doordeweeks alleen door het 1e elftal wordt bespeeld. En dan hebben we het nog niet eens over de meeste kunstgrasvelden die niet bespeeld mogen worden als er sneeuw op ligt.
Ondertussen kijken toeschouwers bij wedstrijden die wel doorgaan koukleumend en blauwbekkend toe, of blijven, geheel begrijpelijk, helemaal weg. Dit zorgt weer voor minder inkomsten in de clubkas.
Is het nou niet haalbaar om na de laatste wedstrijd in december gewoon een winterstop in te lassen van twee maanden? Meestal kunnen we vanaf maart er vanuit gaan dat we weer ieder weekend kunnen voetballen. Ja maar competities moeten toch eindigen eind april/begin mei hoor ik u zeggen? Ja, net als het lekker weer begint te worden dus. Wat is er op tegen om de competitie te organiseren van september tot en met december en vervolgens van maart tot en met mei. De nacompetities kunnen dan in juni gespeeld worden. De weersomstandigheden voor toeschouwers, spelers en trainers zijn beter. Ja, maar de velden moeten toch herstellen in de zomer? Prima gedachte, maar velden die in de slechtste maanden van het jaar niet bespeeld worden lopen ook minder schade op en hebben minder hersteltijd nodig.
Mijn hemel, wat maken we er een puinbak van, wat een reclame voor het Nederlandse voetbal, wat een voorbeeld voor de jeugdige spelertjes die hun idolen aanbidden voor de buis.
Denk je met Nigel de Jong tijdens een groot toernooi alles te hebben gehad aan wereldpubliciteit als klein kikkerlandje, maar nee, sterker nog in december j.l. halen we wederom de wereldpers doordat een vlaggende vader het leven laat tijdens zijn vrijwillige taak als grensrechter.
Natuurlijk hebben we er dan nog niets van geleerd, heren trainers schofferen arbiters tijdens televisie interviews, spelers hebben hun agressie niet in de hand en zetten zichzelf door het eigenhandig oplopen van een slagaderlijke bloeding maandenlang buitenspel.
Heel Nederland is in rep en roer, er moet een signaal worden afgegeven, de KNVB heeft het er maar druk mee, clubs werpen zich op tegen zinloos geweld op de velden en we denken met z’n allen gekker kan het toch niet worden.
Totdat ik thuisgekomen het journaal op mijn niet eens zo grote full HD Samsung zat te kijken, nog bijkomende van de ijselijke kou in de eeuwige wind die er bij De Weide in Hoogeveen waait. Deze keer met geluid dus.
Het deed me denken aan een confrontatie, jaren geleden bij een van de clubs waar ik jeugdopleiding gaf. Tijdens een training van de F-selectie spoog een jongeling zijn tegenstander tijdens het partijtje midden in zijn gezicht. Ik riep hem naar de kant en zei: ‘ga jij hier maar even staan totdat IK weer rustig ben’. Na 5 minuten klonk er schuchter uit zijn keeltje: ‘trainer ben je alweer rustig?’.
Ik keek het schattige gezichtje aan, de tranen stonden in zijn ogen en ik zei: ‘jij gaat sorry zeggen en daarna douchen’. Na het opruimen van de pylonen, petjes, hesjes en ballen liep ik naar het ballenhok waar een briesende moeder, met een decolleté waarvan ik met de helft al dolgelukkig zou zijn, op mij afstormde. Waar ik de gore moed vandaan haalde, ze betaalde contributie en keek ik soms nooit naar Studio Sport? Ik antwoordde enigszins overrompeld: ‘Euh ja, ik kijk altijd en sterker nog ik neem de telefoon niet eens op tijdens Studio Sport, hoezo?’. Nou dan weet je toch dat zijn grootste idool het ook doet, als jij naar tv kijkt moet je dat hebben gezien, ze spugen allemaal, ‘het’ hoort gewoon bij voetbal.
Ik hoop dat we het er met z’n allen over eens kunnen zijn dat ‘het’ niet bij voetbal hoort en met ‘het’ bedoel ik dan de eveneens genante vertoning van laatst zondag in de Kuip.
Voetbal mag emotie zijn maar nog heerlijker is het als voetbal humor is.
Ik heb vandaag alleen maar moeten denken aan Joris Mathijsen die zich meldt in de lounge van Huis ter Duin, waar hij de bondscoach direct opzoekt en hardop zegt: Ik ga niet op de kamer bij Lens….eerste gezegd!’.
Leider MSC C1
 
 
 
Met vriendelijke groeten,

Walter Luft