Uitgerekend in de zes-puntentwist tegen Babberich maakt MSC kennis met de gifbeker. De spreekwoordelijke kan chemicaliën moet uiteindelijk helemaal worden leeggedronken door het falende collectief: 1-6.
‘Zelfs als we vandaag tegen een vierdeklasser hadden gespeeld, hadden we verloren. We staan vanaf minuut een niet goed, mijn spelers laten tegenstanders uit de dekking lopen als beginners. Als ik nog moet gaan uitleggen wie wie moet gaan dekken, dan zijn we heel ver weg.’ Trainer Peter Meindertsma doet duidelijk niet aan excuustheorieën. De waarheid tegen Babberich heeft het hardheidsgehalte van keien.

In plaats van op de goede plaats, vallen de puzzelstukjes bij MSC de laatste weken pijnlijk uit elkaar. Het gepuzzel begint al daags voor de wedstrijd. Als Ronnie Venema op zondagmiddag eens geen verplichtingen heeft als gastheer bij SC Heerenveen, dan zijn het de vele blessuregevallen die tot tobben stemmen. Dat Meindertsma centraal achterin moet kiezen tussen Fernando Santing (ribblessure) en Daniël Zeldenrust (lieskwetsuur), getuigt niet van een luxeprobleem.

De minst geblesseerde, Santing, speelt uiteindelijk. Ook hij kan de Meppeler gatenkaas niet vullen. De tegengoals worden gratis geschonken, waar het maken van doelpunten geen specialiteit van MSC is gebleken. Binnen de krijtlijnen vormt zich geen eenheid. Alain Kabika rent en vliegt voor drie, maar brengt nog niet het rendement van een halve veldspeler. Reservedoelman Nick Warrink, die door de blessure van Erik Pomper zijn opwachting maakt, blijkt allerminst een puntenpakker en Marc van Eijk valt uit met een hamstringblessure. Ronnie Venema zou, gezien zijn ervaring, in het profvoetbal als veldkapitein moeten dienen, maar levert een draak van een wedstrijd af.

Een rappe 0-3 tussenstand, dientengevolge. Joey van den Berg doet voor de pauze nog wat terug, maar mentaal zijn de schakels van Meindertsma dan al geknakt. ‘In de rust ben ik als een beest tekeer gegaan.’ Tevergeefs, de tweede speelhelft lijkt de tijdsspanne van een etmaal te hebben.

Praatgroepen krijgen opeens gestalte langs de afrastering. De woorden ?wanprestatie“ en ?drama“ weerklinken veelvuldig. Als Warrink nog maar eens flaterend over het leer duikelt, zetten de eerste fans het op een vluchten. ‘Na de 4-1 twijfelde ik nog of ik alvast naar huis zou gaan’, lacht Meindertsma cynisch en schamper tegelijk.

De trainer erkent de problemen, maar ziet tevens de zorgen toenemen. ‘Iedereen moet voor zich in de spiegel gaan kijken, want dit was echt een blamage. Maar laten we eerst met z’n allen maar eens teruggaan naar de lagere school om te leren verdedigen.’

Rechtshalf Arnold Otten komt met een beteuterd gezicht onder de koude douche vandaan. ‘Zo’n prestatie is onverklaarbaar. Iedereen weet wat er moet gebeuren en toch gaat het fout.’ Werken aan de teamgeest moet sportief herstel inluiden. ‘Doorgaan op dezelfde weg lijkt mij het beste. Maar misschien doen we er verstandig aan om met de selectie op stap te gaan.’