Hoewel op het voetbalveld meestal een geheel eigen wereld ontstaat, dringt het leven van alledag er soms toch door. Vandaag is zo’n dag. Marcel de Ruijter, die de hele week ziek is geweest, heeft vanaf het begin moeite om op de been te blijven. Na elke rush staat hij lange tijd uit te hijgen. Verder hebben tenminste drie spelers op vrijdagavond tot ongeveer 01.00 uur het jaarlijks galafeest van Vester (van een stamelaar tot een redenaar) in Theater Ogterop onveilig gemaakt. En dan ben je een dag later niet topfit. Toch valt al vrij snel in de eerste helft het eerste doelpunt. Snelle aanval, rommelige situatie voor het doel van Sneek en Lars Padding die het gaatje tussen de kluwen van benen weet te vinden: 0-1.  Dat geeft de burger moed. Zou het dan toch nog mee gaan vallen?  De rest van de eerste helft golft het spel op en neer. De spits van Sneek, die zichzelf vooral erg goed vindt, wordt kort gedekt door Maarten Donders en komt gelukkig niet in zijn spel. Er vallen zichtbaar harde woorden tussen die twee. Dat was in de thuiswedstrijd tegen deze ploeg ook al het geval, dus het wachten is op de eerste gele of rode kaart. Maar wonder boven wonder weet Maarten zich te beheersen. En als de spits van Sneek, inclusief zijn air en bijzondere tondeusekapsel, toch een keer weet door te breken, is daar altijd Gijs Stokvis nog. Wat een verdediging. Hulde. Wat een samenwerking. Hulde. Een paar uurtjes geslapen en toch nog zo solide als de bank van Engeland. Ik realiseer me nu ik dit schrijf, dat dit een uitdrukking is die het afgelopen jaar wat aan kracht heeft verloren. Hoe solide zijn banken nog in deze tijd? Of bankdirecteuren? Maar goed, terug naar de wedstrijd. Marcel breekt vandaag geen potten. Complimenten dat hij toch de hele eerste helft in de wedstrijd blijft. Ook van een zieke Marcel gaat nog altijd dreiging  uit. En dat kunnen we goed gebruiken. Sneek wordt gevaarlijker en krijgt kansjes. Aan het eind van de eerste helft moet MSC voor het eerst een corner weggeven. De bal zeilt voor het doel langs, raakt een been van een MSC-er en rolt knullig in het eigen doel. Het eerste eigen doelpunt van het seizoen. Dat konden we nu net niet gebruiken. Met enige schroom gaan we onze koude handen en voeten warmen in de kantine. Een prachtige kantine overigens. Een soort bruine kroeg met mooie historische documenten aan de muur, die de trots van deze vereniging stil maar duidelijk illustreren. Als er mensen bij MSC zijn die willen zien hoe je een eenvoudige maar mooie en sfeervolle kantine maakt, ga dan vooral eens kijken bij Sneek Wit Zwart zou ik willen zeggen. Het moet een genot zijn om daar als vrijwilliger te werken. De tweede helft heeft Jan Padding, al dan niet noodgedwongen, een aantal posities aangepast. Er is geen centrale spits meer en de aanval van MSC smoort dan ook vaak in de grote leegte midvoor. Het ziet er niet goed uit. Dit kan weleens het eerste verlies worden sinds de competitiestart. Aan de kant trekken de tenen krom. De billen worden samengeknepen. De wedstrijd is bijna ten einde. En dan is er … Lars Padding. Uit het niets  komt hij alleen voor de keeper en schuift met bijna chirurgische precisie de bal langs de keeper en in de hoek van het doel: 1-2. Tja. Het geluk van een kampioen? Het doorzettingsvermogen van een goed team? Het beslissende inzicht van een winnende coach? Een gunstig gesternte? U mag het zeggen. Het was vandaag zeker niet alleen het voetbal, dat weet ik wel. Na afloop lijkt de kantine nog mooier en bestellen we allemaal uit pure opluchting en dankbaarheid een gehaktbal met mayonaise, die we in gepaste stilte opeten in het besef dat hier grotere krachten aan het werk zijn geweest. Het is bijna kerstmis.

 

FMD