Tijdens een enorme stortbui kwam de moeder van de doelbewaakster van Olde Veste ’54 ME1 even schuilen onder mijn paraplu. “Mam….. wie ís die man?” weerklonk een angstig stemmetje vanuit het doel. “Kweenie, maar bijten zal ‘ie mij niet,” was het antwoord van moeder. Gelukkigerwijs voor de vrouw had ik een noodrantsoen – in de vorm van twee bolletjes kaas – eerder die ochtend bij me gestoken, want anders………….

Op de vraag of de keepster het koud had werd ontkennend geantwoord. Moeder en clubfotograaf hadden de linkerbroekspijp drijfnat, maar hadden het – schouder aan schouder – ook nog steeds warm.

Naast de regen, met grote plassen tot gevolg, was het weer een dag vol verzoekjes. “Kunt u de spits even fotograferen?” En…. of ik misschien de middenvelder even op de plaat wilde zetten? “Is het mogelijk dat u een foto maakt van de keepster?” En of ik aanwezig zou kunnen zijn bij het verwelkomen van een nieuwe sponsor?

Na veel van dit soort vragen worden er dan mailadressen uitgewisseld, waar soms een jarenlange relatie uit voortvloeit. Dat dit vaak mensen zijn van andere verenigingen is voor mij geen enkel probleem. Mensen zijn mensen, soms met een wat andere kijk op het leven, maar…… het blijft een mens.

En als je een beetje slim bent, kun je elkaar op ideeën brengen, versterken, helpen en aanvullen, zolang jullie maar dezelfde taal spreken – of er voor zorgen dat je dezelfde taal gaat spreken.

Als je elkaar aanvoelt en in hetzelfde ritme voor harmonie weet te zorgen, dan heb je denk ik meer gewonnen dan dat je tegen elkaar vecht. Constant in gevecht met een ander lijkt mij (ik heb er namelijk geen ervaring mee) ontzettend vermoeiend.

RW