De attributen werden weer opgeborgen in een koffertje en niet veel later werd siroop met water aangelengd, om daarna op gezette tijden bekertjes vol te gieten met dampende thee. De brillenglazen besloegen hem regelmatig, waardoor kostbare liters theewater over de keukenvloer werden gegoten. Was hij boven zijn theewater (lees: aangeschoten)? Geenszins! Echter, toen hij zijn camera weer ter hand nam (na een langdurige dweilsessie), voelde hij zich regelmatig als aangeschoten wild. De ballen vlogen hem om de oren en het mag een wonder heten, dat zijn bril nog recht op het hoofd stond aan het einde van de dag.

Waarom vlogen al die ballen juist naast het doel en niet er in? Of fungeerde de cameraman als een magneet, zoals een kunstvlieg in een urinoir? Misschien is het voor een overwinning handig als de fotograaf voortaan in het doel gaat liggen………..

De redactie